zondag 5 september 2010

Rondje rond de Rotte

Afgelopen donderdag (2-9-2010) heb ik dan het rondje rond de Rotte gelopen. De hele Rotte rond (heen en weer tussen de Nieuwe Maas en de ‘oorsprong’ in Moerkapelle) is 41 kilometer volgens mijn Garmin-teller. Totaal inclusief aanlooproute er heen en weer terug stond er 51,33 km. op de teller. Tijd erover gedaan was 6 uur en 23 minuten waarvan ik er 47½ minuten gewandeld heb. Gemiddeld over het hele stuk was het tempo 8,03 km/uur. De 6 uurs-afstand was 48,58 km.

Van te voren had ik een planning gemaakt m.b.t. hardlopen, wandelen, eten, drinken. Het was mijn bedoeling om met 8,8 km/u te lopen, en minstens 3 keer een wandelstuk van 7 minuten in te lassen. In het begin heb ik me dus steeds ingehouden. Maar na de 36 km. was ik toch behoorlijk moe en het 42,2 km-punt passeerde ik in 5 uur 5 minuten. (Dat is te langzaam voor de Connemarathon want daar wordt je dan uit de run gehaald).

Hieronder wat getalletjes en de route van mijn Garmin.





Geen topprestatie dus. Kan ook niet anders; het was nog maar 18 dagen na mijn laatste marathon (en die vond ik ook al zwaar, zie blog 16 augustus). Kortom: ik moet meer vooraf uitrusten/herstellen, dus de 57 km. die ik over 3 weken gepland heb schrap ik en ga wat lichters doen om de 64 km. medio oktober zo optimaal mogelijk te lopen, want dat is op dit moment nog steeds mijn streven.

Het rondje rond de Rotte is echter wel een favoriet geworden. De omgeving is gevarieerd en de totale afstand en tijd (ongeveer 51 km in 6 - 6½ uur) nog goed te overzien. Ik denk dat ik hem nog wel eens zal doen.

De run zelf:
Donderdag was een mooie nazomerse dag; zon,wolken, nauwelijks wind, aangename temperatuur.
Om ongeveer half elf gestart vanaf mijn paaltje. Met een rugzakje gevuld met 3½ liter aan drinken, 4 krentenbolletjes, 4 boterhammen en 4 bananen.
Eenmaal bij de Rotte (gemaal de Kooi) aangekomen ging ik eerst naar het zuiden, naar Rotterdam. Het stuk ten zuiden van de Rotteban-brug had ik nog nooit gelopen. Vanaf de Bergse Linker Rottekade was het een mooi uitzicht op de Prinsenmolen met de Bergse Voorplas op de achtergrond. Ik had nog steeds het gevoel dat ik buiten de stad liep.
Een leuk plekje is bij de kippetjes/haantjes, waar de A20 over de Rotte gaat. Hoog boven raast het verkeer en tussen de struiken op het talud scharrelen gemoedelijk de kippetjes en haantjes.
Geleidelijk werd alles natuurlijk steeds stedelijker, maar met de Rotte aan mijn linker-/rechterzijde bleef het toch ook ruimtelijk open.

Op een gegeven moment ben je natuurlijk echt in de stad; de Zaagmolenkade met de kunstobjecten in het water, een voorbijganger in een wolk van eau-de-toilet; en op een gegeven moment is alles bebouwd en rest van de Rotte alleen nog een straatnaam die de herinnering eraan vast houdt: de Binnenrotte, waar de studenten hun dingen deden bij de opening van het nieuwe studiejaar.
Na de Oude Haven en het Witte Huis stond ik na 1 uur en 59 minuten lopen aan de oever van de Nieuwe Maas, met uitzicht op ‘de waslijn’. Even de tijd genomen om mijn knieën wat te buigen en te strekken, over het water te kijken en daarna weer rechtsom keer verder. Terug over/langs de drukke terrasjes bij de Oude Haven.

Toen ik weer bij de Bergse Voorplas was had ik de stad toch wel echt achter me gelaten. Tijd voor het eerste wandel-gedeelte van 7 minuten om te eten en de drinkflesjes te verwisselen.

Hoe meer naar het noorden, hoe landelijker het werd. Maar de directe omgeving bleef toch een recreatief landschap. Het is tenslotte toch een randstedelijk recreatiegebied.

Van de Molenviergang van Zevenhuizen werden de molens van nieuw riet voorzien. Verderop rook het naar gemaaid gras en vlogen de ganzen met veel gegak over. Bij het nieuwe tunneltje onder het spoor en de snelweg A12 nam ik weer een wandel-eet-drink-pauze. Maar mijn ingewanden waren inmiddels van slag door de sportdrank, dus veel trek had ik niet meer hoewel het eigenlijk wel noodzakelijk was om te blijven eten en drinken. Dan maar wat rustiger aan doen om de boel binnen niet te veel te belasten.

En uiteindelijk stond ik aan het begin van de Rotte. Een smal slootje met veel riet aan beide oevers, nauwelijks water te zien daardoor. Een smal weggetje aan de oostzijde met een aantal afgeknotte molens. Aan de horizon in het zuiden lag Rotterdam, ongeveer 15,5 km. hemelsbreed verwijderd. En ik stond hier. Begin en eind. In één blik.
Er sprong een kikkertje het water in. (zat z’n moeder ergens te wenen?)

Na even van het uitzicht genoten te hebben en een praatje met iemand die aan een molen aan het klussen was, ging ik weer verder (= terug). Inmiddels was de lucht wat meer betrokken en regende het heel licht.
Het tempo was er nu echt helemaal uit. Ik dacht: oké, ik maak de 42,2 km vol en dan zie ik wel weer, desnoods ga ik de rest wandelend naar huis maar ik zal alles te voet doen. Ik zou toch al ruim boven de 6 uur uitkomen dus uitlopen was al een hele uitdaging.

En op een gegeven moment wilde ik dus echt ‘uitstappen’ en ben gaan wandelen, zo’n 20 minuten. Daarna ging het wel weer een beetje. Hoewel ik nog nauwelijks kracht in mijn benen had kon ik weer ongeveer 40 minuten lopen en daarna 10 minuten wandelen. Om toch nog lopend de run uit te beëindigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten